Succesfactoren bij de behandeling van een burn-out
Zowel werkgever als werknemer hebben een verantwoordelijkheid in het re-integratieproces, dat staat duidelijk omschreven in de Wet Verbetering Poortwachter.
Natuurlijk wil de werkgever de zieke werknemer zo snel mogelijk weer aan het werk zien. Van de werknemer wordt een actieve houding verwacht om mee te werken aan zijn eigen re-integratie.
Wat zijn de succesfactoren voor een goede re-integratie?
- Rust en bezinning in de eerste periode. Weer leren bijkomen en in contact komen met de eigen gevoelens en emoties. Fysiek herstellen door weer te leren ontspannen.
- Inzicht verwerven over de oorzaken van de burn-out. Zelfinzicht verwerven over de oorzaken van de stress en de eigen copingstijl. Onderzoeken hoe je anders met stressvolle situaties kunt omgaan.
- Leren managen van energie en herstellen van het energieniveau zodat belastbaarheid hersteld wordt.
- Sociale steun, vooral in de directe omgeving, het eigen gezin en familie. Het eigen netwerk kent de beste raadgevers en kan naast het bieden van begrip en vertrouwen ook steunen bij nieuw te nemen stappen.
- Herstellen van betrokkenheid bij het werk, ontdekken waar je enthousiast van wordt, wat motiveert, waar persoonlijke kracht en ambitie ligt.
- Zin in werk. Zin ontstaat als er weer energie is en het gevoel er klaar voor te zijn. Wanneer de passie weer hervonden wordt en ruimte hiertoe door de werkgever geboden wordt.
- Als het contact en de communicatie tussen werkgever en werknemer goed is en in het team een welkom wacht. Betrokkenheid tijdens de afwezigheid is een verantwoordelijkheid van werkgever en werknemer.
- Burn-out niet zien als falen, aanstellerij of modieus gedoe van mensen zonder ruggengraat. Binnen de organisatie is kennis nodig van een burn-out, de ernst en klinische aard hiervan mogen worden erkend. Kennis van de effecten van chronische stress op cognitief en sociaal functioneren en de getoonde werkhouding hangen hiermee samen.
- Als de werkgever over de gedachte stapt dat ‘het vanzelf wel weer overgaat’ en initiatief tot zorg en behandeling neemt, hierbij mogelijkheden aanbiedt zonder druk op te leggen.
- Respect en geduld; gras groeit niet harder door eraan te trekken. Volgens FNV onderzoek voelt 43% zich bij re-integratie onder druk gezet. De werknemer bepaalt in afstemming met de bedrijfsarts het tempo en moment van re-integratie gebaseerd op toenemend herstelvermogen.
- Helderheid over de toekomst van de werknemer, de rol en functie binnen de organisatie.
- Mogelijkheden creëren in de fase van re-integratie in de zin van afbakenen van doelen en werkzaamheden, bespreken en monitoren van de (therapeutische) werkhouding.